
Ambitie gebruiksdoelstellingen
De gebruiksdoelstelling focussen eerst op de vraag over de behoefte aan projectontwikkeling (preventie) en stuurt daarna op vier verschillende lagen.
- Functies en adaptiviteit: het aanpassingsvermogen van een goed object welke voldoet aan de huidige- en toekomstige gebruikseisen. Strategie: adaptiviteitsindex
- Trias Materia: hier gaat het om de levensduur van het object te borgen, verhogen of verplichte onderhoudshandelingen te minimaliseren. Strategie: layers van Stewart Brand.
- Trias enegetica: Installatieloos bouwen. strategie: Passief bouwen.
- Duurzaamheid: extra’s in het ontwerp ter behoeve van duurzaamheid zoals groene gevels, waterbuffering en biodiversiteit. Strategie: natuurinclusief bouwen / biomimicry.
Ambitie object
Het ambitieniveau Object geeft bij het ontwerp richting aan de waardering van de mate van adaptiviteit en losmaakbaarheid van het object. Deze waardering is gebaseerd op kenmerken of parameters die eigenschappen van het object beschrijven en onlosmakelijk verbonden met de trias energetica en trias materia.
- O1 Functievrij ontwerp
- O2 Adaptief object voor een andere functie
- O3 Adaptief object voor eenzelfde functie
- O4 Niet adaptief gebouw


Ambitie techniek
De circulariteit van een object hangt nauw samen met het ontwerp van knooppunten en verbindingen. Een integrale benadering rond knooppunten is essentieel om ontkoppeling en dus aanpassingen om demonteren mogelijk te maken.
Deze ambitie is opgedeeld in de onderstaande vier niveaus. Om de losmaakbaarheid en ambitie op adaptiviteit (objectniveau) en hergebruik (product / materiaalniveau) mogelijk te maken moet het bij elkaar komen van elementen in knooppunten goed zijn geregeld tussen de verschillende lagen van Stewart Brandt. In de bouwwaardenambitie wordt met het oog op adaptiviteit van functie onderscheidt gemaakt tussen de lagen: bouwkundige schil, constructie en installaties. Belangrijke parameters in het knooppuntontwerp om adaptiviteit in opschaling en functie-aanpassing waar
te kunnen maken zijn de standaardisatiegraad, losmaakbaarheid binnen een bepaalde tijd, databeheer, kwaliteitsborging en beheersbaarheid van een product.
- T1 Volledig beheersbaar
- T2 Redelijk beheersbaar
- T3 Deels beheersbaar
- T4 Niet beheersbaar
Ambitie product
De bouwwaardenambitie stuurt op het zo lang mogelijk in de keten houden van objecten, producten en materialen. Op productniveau is hergebruik alleen mogelijk wanneer de producten remontabel verbonden zijn. Voor circulariteit ligt hier dus de voorkeur voor zowel hergebruikte als nieuwe producten. Uit deze redenering volgen onderstaande ambitieniveaus voor producten.
- P1 Volledig circulaire producten (goed remontabel en uit circulaire oorsprong)
- P2 Gemiddelde circulaire producten (gemiddeld remontabel en uit circulaire oorsprong)
- P3 Laag circulaire producten (gemiddeld remontabel en niet circulaire oorsprong)
- P4 Geen circulaire producten (slecht remontabel en niet circulaire oorsprong)


Ambitie materiaal
Ook op materiaal niveau is het doel om deze zo lang mogelijk in de keten te houden. Hierdoor is het van belang dat materialen zo worden toegepast dat deze teruggewonnen kunnen worden aan het eind van de levensduur. In de keten heerst al een grote mate van recycling van materialen. Hierbij is laagwaardige recycling de standaard. Uit materialen die niet worden gerecycled wordt energie terug gewonnen en voor een klein deel van de materialen wordt storten voorgeschreven (bijvoorbeeld asbest). Deze twee niveaus zijn we dus in de hedendaagse keten al gepasseerd. Bij het toepassen van materialen die gerecycled worden is het nog beter om deze ook uit circulaire kringen te verkrijgen.
- M1 Geschikt voor hoogwaardige recycling uit circulaire oorsprong.
- M2 Geschikt voor hoogwaardige recycling uit niet circulaire oorsprong.
- M3 Geschikt voor laagwaardige recycling uit circulaire oorsprong.
- O4 Geschikt voor laagwaardige recycling uit niet circulaire oorsprong.